Menbitten en aanleuningsproblemen

Ik denk dat bitten het onderwerp is waar de meeste mensen vragen over hebben. Als je een tuig koopt is het vooral een kwestie van keuzes maken. Wat is er en wil ik leer of kunststof? Vragen over menbitten komen meestal voorbij omdat er problemen zijn met het paard en mensen niet weten hoe ze dit moeten oplossen. Het is vaak niet bekend wat er allemaal is en hoe een bit werkt. Ik stel dan min of standaard de volgende vragen: Wat heeft u nu voor bit? Wat doet het paard of pony niet of juist wel? En wat zou u willen dat hij juist wel of niet doet? Vervolgens hoor je meestal problemen als hij rommelt erg met de tong, hij wil niet nageeflijk zijn, schudt met het hoofd of er is een andere vorm van protest.
Het verhaal is eigenlijk eenduidig. Het bit moet op de tong en op de lagen liggen. Vaak is echter niet bekend hoe een bit in de mond moet liggen. Wat ik ook graag wil weten is of de paardentandarts is geweest. Het paard moet niks mankeren aan zijn tanden. Zijn de wolfstandjes eruit? Heeft hij geen haken? Dat moet wel worden uitgesloten, zoals er ook geen medische problemen met de rug of nek moeten zijn.

Bit met tongvrijheid

Meestal hebben mensen geen idee hoe dik de tong van hun paard is als ik ernaar vraag. Veel paarden hebben een dikke tong. Aangezien het bit op de tong en de lagen moet liggen, moet je in zo’n geval geen rechte stang nemen, maar een gebogen stang, afhankelijk van de sterkte van de aanleuning naar voren of naar boven gebogen. Als het paard een hele dikke tong heeft, heb je nog een bit met tongvrijheid. Maar dat adviseer ik niet meteen. Als die tong namelijk niet heel dik is, ligt zo’n bit juist te veel op de lagen en krijg je daar te veel druk, met kans op wondjes.

In specifieke gevallen kan een bit uitgeprobeerd worden: Je hebt dan 30 dagen de tijd om dit te proberen. Als het toch niet goed bevalt, kan het bit retour en krijg je 70% terug van de aankoopprijs.

Liverpool bit versus B-stang

De werking van het menbit is ook heel afhankelijk van de hand van de menner. Ik denk dat dat zomaar de helft bepaalt. De andere factoren zijn natuurlijk het bit zelf, het paard en hoe je het bit afstelt. Hoe strak zit de kinketting en hoe hoog hang je het bit in de mond? Het standaardadvies voor de kinketting is dat deze zit goed als de scharen een hoek van 45 graden met de mondspleet maken.  Mijn voorkeur gaat uit naar het gebruik van een liverpoolbit in plaats van een B-stang of vlinderbit. Bij een B-stang zit je in het eerste leidselgat gelijk met het mondstuk en heb je geen hefboomwerking. Daarom doe je het leidsel in het tweede gat, maar dan is de hefboomwerking meteen erg groot. Bij een liverpool is de afstand van het eerste leidselgat naar het mondstuk korter en heb je minder hefboomwerking. Een menbit is effectief door deze hefboomwerking. Dat stuk controle is van belang, omdat je bij mennen hulpen mist die je wel hebt als je op een paard zit. De communicatie verloopt veelal via je handen en de meeste paarden moeten op het eerste leidselgat gereden kunnen worden. Ik prefereer dus een liverpoolbit en ook daar heb je meer keuze in.

Dikte van het menbit

Ingewikkelder is de dikte van het mondstuk van het bit. De een zegt dat een dun bit scherper is en dat dik vriendelijker is. Maar als dik meer gewicht betekent, is het de vraag of dat vriendelijker is. Je hebt ook bitten die van binnen hol zijn, maar die slaan voor het gevoel wat door in dikte. Soms is het dan ook echt een zoektocht. Voor de recreatieve menner is dit minder snel aan de orde. Hij of zij vraagt minder van zijn paard. Als je hoger in de dressuur komt, luistert het allemaal nauwer, aangezien de communicatie met je paard vooral via de handen verloopt.

Ik zeg altijd: “Kijk gewoon wat vaker in de mond van je paard.” En laat ook eens iemand vanaf de zijkant meekijken als je er zelf niet uitkomt.

Juliette Post/De Menner

Bekijk ook deze berichten